vientiane

vientiane

woensdag 6 april 2016

Ik vertrek

De laatste weken doden we onze tijd met het kijken naar datgene wat disponibel is. Vanwege rechtenberperkingen vanaf onze huidige locatie is niet alles via Uitzending Gemist in Vientiane binnen te halen. De topscorer Ik Vertrek, inclusief herhalingen en terugblikken verschijnt zonder moeite. 

Per saldo hebben we onze colli teruggebracht naar 3 stuks. Omdat Auke ondertussen Silver Flyer is vanwege de vele KLM-vluchten, mogen we een extra stuk bagage a 23  kilo mee naar Nederland nemen: de Turkentas! Mijn computer is ontleed en de edele delen liggen tussen Auke's poloshirten in de Samsonite. Externe harde schijven en schetsboeken verdelen we over onze handbagage. En wat heb je verder nodig?

Het had een leuke uitzending van Ik Vertrek kunnen worden: Auke en Agnes naar Laos. Helaas geen aannemers die niet komen opdagen, uit de hand gelopen verbouwingen die het beschikbare budget ruim overstijgen, kinderen die niet willen of kunnen wennen aan die vreemde taal, de taal die de ouders nog lang niet spreken...

Nee, niets van dit alles. In plaats daarvan een bureaucratische optelsom van onnavolgbare processen, afspraken die niet worden nagekomen, uitgestelde beslissingen, veranderende voorwaarden, ontbrekende belangrijke gegevens, hide & seek, worstel & kom boven en vooral: een stap vooruit en vier terug. Of vijf. Dat laatste wende wonderwel snel. De rest wat minder. Feitelijk is de financiering vanuit Nederland rond, hebben we alle steun van Buitenlandse Zaken.

En toch gaan we eerst maar even terug naar Nederland. Onze landlord wil dat we vanaf april weer voor een jaar de huur vooruitbetalen. Zolang er nog niets 100% duidelijk is en we gewend zijn aan trajecten die veel langer duren dan we zouden willen, hebben we ons huurcontract vooralsnog opgezegd.

Auke zegt: "Ik heb nu zoveel geduld moeten hebben, ze hebben nu maar even geduld met mij." Feit is dat we ondertussen zoveel mensen in Vientiane kennen, dat huisvesting geen probleem is. Mocht er op korte termijn een move verschijnen, weten we zeker dat we bij die of gene terecht kunnen om tijdelijk een nieuw onderkomen te vinden of te zoeken.

Een fijn gevoel om heel veel mensen en families blij te maken met onze spullen. Je wordt rijker van dingen weggeven, dan ze te verschepen naar Nederland. En wat heb je in feite nodig? Mijn verf en papier gaan naar een arme school in het noorden van Vientiane (de verrekijker die Auke op het laatste moment in de doos heeft gedeponeerd is hot item: alle kindjes willen 'm even in hun handen hebben), onze shampoo's, cremespoelingen en andere cosmetica zijn voor Rrliana die onlangs haar schoonheidssalon opende en bijna al mijn kleren vinden een nieuwe bestemming bij de familie van Davanh.

Ik vertrek.

Met heel veel gemengde gevoelens. Het was het mooiste jaar van mijn leven. Zoveel verbazing, zoveel leermomenten, zoveel tranen van mooi... Zoveel onschatbare momenten met anderen aan de Mekong bij een ondergaande zon en geijsde Beerlao, zoveel glimlachen en hifives van en met de locals aan de rivier. Zoveel heftige contacten met hen die in hetzelfde schuitje varen. Niet in waarde uit te drukken. Zoveel kilometers op onze fietsen door een verkeersgevaalijke stad, waarin we leerden dat we op 6 plaatsen ogen moesten gebruiken. 

We hebben veel gereisd. Ik heb ter plekke de meest onmogelijke Aziatische locale bocht gedronken, geplast in een WC zonder deur, baby's en gehandicapte kinderen onder mijn hoede genomen, klimatologische ontberingen doorstaan. Geschreven, geschetst, geschilderd. Alles blijft op mijn netvlies en in mijn hart.

Ik vertrek. Ondertussen zijn we vertrokken en dient het volgende populaire TV-programma zich aan: Droomhuis gezocht. Een triest concept waarin mensen zielsgraag naar het buitenland willen, maar van ellende niet weten hoe ze daar hun felbegeerde droomhuis moeten vinden. Tsja, als je te vaak naar Ik Vertrek hebt gekeken, zou de moed je in de schoenen kunnen zakken.

Auke en ik zijn inmiddels aangespoeld in Vlissingen. Een droomhuis is te vinden in 1 dag, zonder Sybrand Niessen. De Westerschelde is niet de Mekong, maar iedere dag zijn we nog even in Laos. En tegelijkertijd ook weer zo heel erg aanwezig in Nederland: bruine boterham met kaas, de wasmachinewas die gewoon fris ruikt, geen beesten in huis, slapen zonder klamboe...

Afwachtend hoe snel de bureaucratien het eens worden over de financiering van het ziekenhuis in Vientiane genieten we van het scheepsspektakel vanaf de boulevard van Vlissingen en vertrek in in ieder geval over een paar weken naar Italie. Met heel veel inspiratie! Da's ook zo'n droomhuis.

En een van de mooiste lessen die ik dit jaar leerde: wat heb je verder nodig? Geluk is overal. Dus, Vientiane, we will come back!













dinsdag 8 maart 2016

That's where friends are for

Als het busje op de afgesproken tijd stopt, zien we twee gezichten verschieten van te veel in de volle zon tot lijkbleek. "Vang Vieng? " vraagt de chauffeur. Ik knik en knik terug. Het busje, dat op de reisbescheiden werd aangekondigd met kwalificatie VIP, is op z'n Indiaas gevuld. Er puilen wat passagiers uit. Niks VIP.

Tussen zeggen en doen zit een hemelsbreed verschil. In dit geval -op een paar kilometertjes na- bijna 9000 km. Voor we vertrokken naar Laos, waren er wat vrienden en bekenden die onbetwist onze kant op zouden komen. Dat zou ik ook hebben gedaan. Wat is er nu interessanter dan je te laten rondleiden in een onbekende stad door twee door de wol geverfden die in de meest onwaarschijnlijke steegjes kruipdoor sluipdoor de leukste restaurantjes kennen. Zij deden het. Ze overbrugden die 9000 km tussen Rotterdan en Vientiane om ons te bezoeken. Stoer.

Tsja, twee weken Vientiane kunnen ruimschoots worden gevuld. We zitten hier tenslotte al meer dan een jaar en dat hebben we ook volgehouden. Toch adviseerden we onze vrienden gebruik te maken van de schoonheid van de rest van Laos. Luang Prabang is een must. En eigenlijk Vang Vieng dan ook. Dus als je twee weken vakantie hebt, grijp je kans.

Hoe heerlijk om op een overvol en krioelend busstation twee lieve mensen in mijn armen te sluiten. Dat ik een uur bij het andere busstation stond te wachten en er tientjes aan bellen en sms-en doorheen zijn gegaan, staat niet in verhouding tot de waarde van het elkaar weer zien. Hoe heerlijk om door de ogen van onbekenden de stad weer te ervaren. Volgens goed Nederlands gebruik had ik onze vrienden voorzien van een huurfiets. En het klopt: de ene fiets is de andere niet. Soms is het even schakelen. Of juist niet. 

Op onze laatste gezamenlijke dag staat Auke's fiets met een lekke band. Dat hadden we niet afgesproken. Ons hele programma staat ineens ter discussie. Omdat we frequente klant zijn bij de fietsenmaker, hopen we dat hij ons een spoedreparatie kan geven. Helaas. Hij is er niet. Een dame die de honneurs waarneemt, wijst op een rose kinderfietsje. Die mogen we dan voor vandaag lenen. Auke verkiest echter een volwassen bakelieten fiets met een metalen zadel zonder bekleding. Ik zeg nog: "Moet er geen handdoek of kussentje op? Het wordt een Spartaanse dag, die we heel goed weten te compenseren met de beste geneugten.

Even Spartaans lijkt het Indiaas-gevulde busje naar Vang Vieng de volgende ochtend. Auke knipoogt naar mij. Nee, natuurlijk is dit niet het geboekte transport van onze vrienden. Maar de chauffeur ziet rugzakken en denkt: "Er kan nog wel wat bij, desnoods op het dak."

Vijf minuten later arriveert dan de werkelijke VIP-bus. Helaas is deze ook helemaal vol. Maar onze vrienden mogen op de voorbank, naast de chauffeur. Echt een VIP behandeling, that's where friends are for. Dank dat jullie hier waren. 

dinsdag 1 maart 2016

Censuur

Mijn mening over de Chinezen is drastisch gewijzigd en positief bijgedraaid. Zo schofterig als ze zich in Vientiane kunnen gedragen, zo attent en plezierig zijn in hun eigen land. 

We lopen 's middags met ons rugzakje naar de luchthaven Wattay Airport bij een temperatuur van rond de dertig graden en anderhalf uur later stappen we uit in Kunming, de hoofdstad van de provincie Yunnan. Alwaar het exact 1 graad boven nul is... We waren ietsjes voorbereid op kou, dus de enige truien die we hebben, zitten in de rugzak. Plus wat vestachtige dingen. Maar dat is niet genoeg. Dit weer doet ons letterlijk een das om en van weeromstuit (ik begrijp nu waar het woord vandaan komt) moet ik ter plekke een winterjas kopen. Kunming wordt de Stad van de Eeuwige Lente genoemd, omdat de gemiddelde temperatuur het hele jaar zo rond de 25 graden ligt. En dat is waarom de accommodaties niet over verwarming beschikken. In ons appartement is het 6 graden, maar het uitzicht is werkelijk fantastisch: vanaf de 22e verdieping kijken we uit over ruim 7 miljoen inwoners. Daar kun je uren naar kijken. En dat is het enige vertier, want het internet werkt niet. Er zit niets anders op dan onder de dekens te gaan liggen na een hele lange hete douche. Wellicht zou een sjiek hotel ons verwarming kunnen aanbieden, maar we prefereren nu eenmaal het wonen tussen de locals, samen de lift delen en een kletspraatje met handen en voeten maken. Dat het appartement van ellende uit elkaar valt, deert ons nu even niet. 

Ik meld de volgende dag bij de eigenaar dat het internet het niet doet. Oja, zeker wel. Slechts beperkt. Google, Facebook, Translate, Messenger, Twitter, Maps, Youtube zijn door de regering afgesloten voor het Chinese volk. We hebben dus niet alleen censuur op de temperatuur. 

Wij zijn van die reizigers die op de valreep een vliegticket en accommodatie boeken en ter plekke alles uitzoeken: openbaar vervoer, Tripadvisor, musea... Hier vallen we helaas door de mand. Als ik om een plattegrond vraag, meldt de eigenaar dat deze  niet in het Engels worden verstrekt. Sterker nog: ik heb nog nooit een land bezocht waar bijna niemand Engels spreekt. Dus, we kunnen geen kant op. Alles is aangegeven in het Chinese schrift en af en toe kan ik met een tekeningetje iets duidelijk maken. Ik stel Auke voor om onze vlucht om te boeken en naar huis te gaan. Wel jammer, want we zijn hier omdat we op doorreis zijn naar Dali. En daar zal het met de overheidsmaatregelen niet anders zijn. Auke vindt echter dat we ons stoer moeten gedragen en dat we heus wel een weekje zonder internet kunnen. We zijn creatief genoeg. Dat blijkt als ik ontdek dat ik via Yahoo wel wat zoekopdrachten voor mekaar krijg. Het is karig, maar met allerlei omwegen komen we dat kleine eindje op weg. Ik ben echt helemaal verbaasd als ik zie welke pagina's niet benaderbaar zijn.

In de stad zijn we een bezienswaardigheid. We steken zowiezo al een kop boven de Chinezen uit. Het lijkt er op dat we de enige niet-Aziaten zijn. Blond valt op. We worden door menigeen van top tot teen aangestaard. In de metro realiseer ik me dat iedereen van de generatie na mij geen broertje of zusje heeft. Een raar besef.

In Dali is het gelukkig iets warmer. Met de beperkte middelen is het ons gelukt deze prachtige antieke stad te bereiken. Dali is een must voor de Chinezen, dus ook hier zijn we de enige buitenlandse opvallenden. Hordes met selfiesticks behepte Chinese toeristen laten zich door gidsen in klederdracht in hun oortjes informeren over de geschiedenis van deze stad. En te vaak blijven mensen verbaasd staan om van juist ons een foto te maken...

Ter plekke huren we een fiets en ontsnappen we aan de poppenkast in de stad. We rollen op het platteland letterlijk van de ene in de andere verrassing. Spontaan worden we uitgenodigd op een groot familiefeest, waar traditioneel gedanst en gegeten wordt. Wat zijn de Chinezen lief!

Terug in Kunming: De een-na-laatste nacht worden we om 02.37 wreed gewekt. De hoofd- en voeteneinden, alsmede de zijpanelen van mijn bed zijn spontaan omgeklapt en ik lig op de grond. 

Ja, mijn mening over de Chinezen is veranderd. Zeker nu de kindjes van tegenwoordig in sommige gevallen een broertje of zusje mogen krijgen. Wellicht zou censuur op godsgruwelijk openbaar rochelen en spugen een idee zijn? En ja: we kunnen een week zonder social media! En: trui en gekochte winterjas laten we hier achter. 


dinsdag 16 februari 2016

Oh Lord, would you buy me a Mercedes Benz


Ik zou ‘m toch liever in een witte uitvoering zien” zegt Auke, terwijl ik bijna in mijn broek pies.

Even over hoe het begon en hoe het eindigde: tijdens Auke’s eerste ontmoeting in Laos met de eigenaar van het ziekenhuis, geeft deze te kennen grote belangstelling voor Auke’s Mercedes te hebben. Tijdens de derde ontmoeting suggereert hij dat het -volgens boeddhistische tradities- gebruikelijk is om te geven. Wellicht is het een idee dat Auke de auto cadeau doet aan de vrouw van de eigenaar?

Auke zakt door de grond.

In de daaropvolgende periode wordt die Mercedes een soort blok aan ons been. Verkopen aan onze Laotiaanse vriend? Tsja, in Nederland zal ‘ie onder een laken komen of ook verkocht worden. En als iemand in Vientiane er nu zo graag mee rond wil rijden…. Na wat heen-en-weer mailen, is het duidelijk. Wij betalen het transport, hij betaalt de auto, we hebben het niet meer over een gulle gift en de Benz gaat naar Laos. En: als die auto naar Laos gaat, kan ik ‘m volproppen met verf, inkt, printer, computer. Een echte win-win situatie!

Helaas komt er slecht nieuws: per 1 april zijn de wetten in Laos veranderd en betaal je je scheel aan invoerrechten op tweedehands auto’s. De eigenaar van het ziekenhuis vraagt of we in NL de teller van de Mercedes op nul kunnen laten zetten. Tegen beter weten skype ik mijn broers.

Zij zakken door de grond. Van schaamte. Ze schamen zich voor hun zus, die zo’n ongelooflijke stomme vraag stelt. Ja, vroeger was alles anders, maar met de huidige digitale technieken en registraties…

Auke rekent uit dat het wel een hele dure Mercedes wordt, als die invoerrechten door de eigenaar van het ziekenhuis betaald moeten worden. Hij probeert hem dan ook van het idee af te brengen. En dan gaat het mis: iemands integriteit wordt aangetast. Een stichtelijk bericht uit Laos vertelt ons iets in de trant van beloofd = beloofd. Met goed fatsoen kunnen we niet afzien van de deal. Ik verzin nog een list door de Mercedes in Photoshop te verminken. En dat we kunnen zeggen dat ik ‘m total loss heb gereden. Maar Auke is goed van vertrouwen en zet de exporthandeling in werking. Iedereen in NL raadt het ons af. 

Na een barre zeetocht is onze container eindelijk via Bangkok in Vientiane aangekomen. De auto wordt vooralsnog niet vrijgegeven, onze bijvracht gelukkig wel. Auke bedenkt iedere week een andere manier om de eigenaar van het ziekenhuis te vragen wanneer hij de auto denkt te betalen. En ondertussen worden we redelijk zenuwachtig. Zeker als ons ter ore komt dat er crisis in de familie is: de vrouw van de eigenaar van het ziekenhuis is er achter gekomen dat die mooie zwarte Mercedes helemaal geen cadeautje uit Nederland is. En dat ‘ie betaald moet worden! Wij wachten met spanning af. Oftewel: we slapen er niet van, en slaan onszelf voor onze kop. 

Er is ineens ook opvallend weinig contact met de familie. Totdat ik op Facebook Auke’s Mercedes zie, in vol ornaat, een oude monnik achter het stuur en de blessings en knoopkettinkjes aan de achteruitkijkspiegel. De hele familie staat er glimmend bij, dochterlief poseert naast de monnik op de bijrijdersstoel.

Ik zak door de grond. Wellicht heeft iemand mij in NL horen schreeuwen van verontwaardiging. Auke kookt, maar schrijft in alle rust een kort mailtje aan de familie. “Ik zie dat jullie plezier van mijn auto hebben. In Nederland beschouwen we dit als diefstal” Hij eist dat de auto onmiddellijk betaald wordt. Twee dagen later hebben we een afspraak. We krijgen er eerst genadeloos van langs: dat we geen begrip voor de cultuur hebben. Dat zo’n bijzondere auto ritueel ingewijd moet worden. Dat we dat nu niet kunnen begrijpen! Ik begin spontaan te huilen en dat werkt. 

Ja, natuurlijk zou de auto betaald worden, alleen zijn vandaag alle banken dicht. De gevoelstemperatuur stijgt. Auke spreekt af: morgen om 10.00 uur bij de BCEL bank. 

Uiteraard staat Auke de volgende ochtend alleen bij de BCEL. We hadden niet anders verwacht. Na een half uur krijgt hij een telefoontje. Nee, het zit zo: het geld moet van een andere bank naar de onze. En dat gaat nog niet zo gemakkelijk. Wederom in goed vertrouwen gaat Auke er vanuit dat het goed komt. De bediende van BCEL vraagt of Auke op de handeling wil wachten. Uiteraard! Auke vraagt wat de wachttijd is. Ongeveer 24 uur…. “Denken ze dan echt dat ik daar vannacht in een slaapzak blijf liggen?!” schreeuwt hij bij thuiskomst.

De volgende dag geeft een screendump ons de geruststelling waar we al maanden op wachten: het geld is overgemaakt en staat inderdaad op onze bankrekening. Voor de zekerheid fietst Auke toch nog even downtown om het live te checken.

If you like a white one, you have to wait 3 months” zegt de dame in de showroom. 

Na de betaling is alles weer koek en ei tussen de eigenaar van het ziekenhuis en ons. Er wordt nergens meer over gesproken. We spotten de vrouw in de Mercedes een aantal keren in het centrum, paraderend en kijk eens wat voor leuk speeltje ik heb. Auke biedt nog een lesje how to handle the Benz aan, maar dat is niet nodig. 

En dan nu: de laatste keren zagen we de Mercedes steeds niet op het terrein, onze achterlijke Honda dienstauto is teruggevorderd door de familie onder het mom van de meest onwaarschijnlijke smoezen. En zaterdag meende Auke ‘zijn’ Mercedes in de showroom te zien. We waren op weg naar onze wekelijkse bush-run. Omdat we geen auto meer hebben, moeten we met anderen meerijden.

En zo kwam het dat we vandaag 20 km hebben gefietst. Op weg naar die bewuste Mercedes dealer, ver, ver, ver buiten het centrum, waar Auke ‘zijn’ Mercedes dacht te zien staan. 

Wie zakt er door de grond?

De damesverkoopsters met de ster op hun borst kijken ietwat verbaasd als wij binnenkomen. We hebben onze fietsen voor de deur gezet. Ja, we gaan natuurlijk niet zeggen dat we geen auto meer hebben. Ja, we hebben bovenmatig belangstelling voor dat ene model, die zwarte daar. Auke wisselt de meest specifieke details uit; de dames hebben soms geen antwoord. Ik probeer foto’s te maken, maar het wordt me verboden. De dames cirkelen om me heen, uit voorzorg. 

Auke vraagt of hij even mag plaatsnemen, om een gevoel bij de auto te krijgen. Uiteindelijk willen we toch liever een witte. Na het uitwisselen van visitekaartjes en het drooghouden, staan we buiten.

Auke zegt: “De teller staat op 17 kilometer, heel acceptabel”

(PS, we kregen ook nog een brochure!)

*thnxx to Janis Joplin

 

maandag 8 februari 2016

Sing & touch

"Auke, niet kijken. Hij grijpt hem gewoon bij zijn kruis... Gewoon zijn arm tussen zijn benen". Ik heb continue last van mijn waarnemingssydroom. Waarom moet ik altijd alles toevallig zien? Doorgaans geef ik het een plek, vanavond even niet.
We zijn net terug uit Myanmar. Twee weken hebben we ons laten overweldigen door iets wat niet te beschrijven of te fotograferen valt. We hebben er bewust voor gekozen het met z'n tweeën te beleven. En die beleving werd ieder uur vertaald in vloekoverstijgende kreten naar elkaar terwijl we tussen de 2.500 duizend tempels, stupa's en ruines fietsten, we een paalwoningmarkt bezochten (een gerenommeerd castingbureau zou er bovenop gezeten kunnen hebben, kijkend naar de fantastische karakteristieke gezichten) en genoten we van de rust en stilte.
We genoten ook van de openheid van de Birmezen. Ze raken elkaar aan, stoeien, klimmen op elkaars schouders. En ze zingen overal waar ze aan het werk zijn, op straat, in de trein, in de hotels. Het is daarom -terug in Vientiane- weer even wennen aan de schuchtere onderdanigheid van de Laotianen, 
Vanavond hebben we andere koek. Niet te vreten. Na die twee memorabele weken in Myanmar, besluiten we dat ons lichaam behoefte heeft aan 'even iets Westers'. Ik vind op Tripadvisor een Italiaans restaurant dat we niet kennen. Volgens de berichten is het ook verrekt lastig te vinden. Maar goed, we kennen de stad inmiddels op ons duimpje en lokaliseren na wat omtrekkende bewegingen het bewuste restaurant, ergens achteraf inderdaad. 
Op het binnenterrasje treffen we een bijzonder gezelschap, dat ik graag omschrijf als prettig gestoord en van alle markten thuis. Ook hier zou een castingbureau overheen gewaaid kunnen zijn. Met voorkeur voor modellen uit de wereld van transgenders, travestieten en prototype dronken Duitsers. Maar we zijn in Vientiane! Dit zijn dus de verborgen krochten waar de gayscene volop leeft, heerlijk. Een Costaricaan heeft een gitaar en speelt Led Zeppelin en Led Zeppelin. Wat een stairway to heaven hebben we ineens, want na de niet te verteren pizza worden we opgenomen in het gezelschap. En wordt ons beiden een bel Jack Daniels in de handen gedrukt.
Door het zingen in Myanmar, raak ik ineens geïnspireerd. Het kan hier dus ook. Ik vraag de Costaricaan of hij Venus van Shocking Blue kan pingelen, en ja hoor. Daar gaan we. Stairway to heaven, terwijl de dronken Duitser zijn handen op zijn oren legt en Auke de Jack Daniels onzichtbaar naar mij doorsluist. 
Na de nodige fysieke contacten, lukt het ons te ontsnappen en hebben we weer stof tot schrijven. Op de fiets kicken we nog even na. Auke had een gesprek met de eigenaar. Hij vertelde dat hij onlangs met zijn restaurant uit het centrum was verhuisd naar deze nieuwe lokatie. Wij begrijpen nu waarom.
Wie het echt wil weten waar: please post PM
Foto: de verschillende traditionele kapsels in Myanmar; vond ik wel toepasselijk bij dit verhaal.


woensdag 27 januari 2016

Yangon

24 januari 2016 kan wat mij betreft de wereldgeschiedenis in als een memorabele dag. Legendarisch is een groot woord, maar het is onwaarschijnlijk: tegelijkertijd is het in Vientiane en Nederland 13 graden. Een uniek moment en een uniek gegeven.

En op deze memorabele ochtend wandelen wij op ons gemak, doch ietwat bibberig - gehuld in de enige warme vestjes die we bij ons hebben, over elkaar aangetrokken -richting het vliegveld Vientiane Wattay Airport. Met slechts twee rugzakjes zit het tempo er goed in en dat is nodig: we moeten onszelf opwarmen.

Een paar dagen later. Ondertussen zijn we in Yangon, de voormalige hoofdstad van het voormalige Birma. En ook hier kijken de mensen angstig om zich heen om te spieden uit welke hoek de kou komt. Ik zie mutsen, capuchons. Maar wat het meest opvalt in het straatbeeld is het ontbreken van fietsen/brommers en het feit dat de sturen van de auto's rechts zijn geplaatst, terwijl er rechts wordt gereden. Bijzonder gevalletje politiestaat. Het zal als oud Britse kolonie ooit anders zijn geweest. Maar nu is het zo. We weten wat de geschiedenis met dit land heeft gedaan.

Yangon (Rangoon voor de oudere lezers) is een fantastische stad om de cultuur van het land te leren kennen. We zijn het absoluut niet eens met de adviezen van Lonely Planet. Er wordt gesuggereerd dat je het in twee dagen wel hebt gehad. Mooi niet. We slenteren uren door de smalle straatjes downtown, waar we ons laten onderdompelen in een kleurrijke mix van etniciteiten, kleuren en geuren. We reizen voor omgerekend € 0,18 per persoon met de trein rondom de stad; een schommelende rit van 3 uur en 39 stations, veel spontane contacten met medereizigers en bijzondere uitzichten op het echte leven van Myanmar.

De Shwedagon Pagode is even slikken: ik heb noch de Taj Mahal noch de Borobudur 'in het echt' gezien. Dit is voor mij een hoogtepunt. Het is de combinatie van een vorm van vanzelfsprekendheid, ultieme schoonheid zonder kitsch en de natuurlijke religieuze beleving van de Birmanen die we daar treffen. Even stilte.

Auke loopt op eieren, want hij was even vergeten dat korte broek niet is toegestaan. De verplicht te kopen rok aldaar werd vakkundig om Auke's middel geknoopt en daar mocht hij dan mee rondlopen.

Vandaag worden we weer helemaal met onze eigen benen op de grond gezet. Auke met lange broek en ik met lange rok. Er zijn soms wat impressies voor nodig om daar te komen. Na een bezoek aan het nationale museum, besluiten we de ferry naar de overkant te nemen. Nog nasuizend van de overweldigende indruk die het museum en de historie van het land op ons achterlieten, zijn we deelgenoot van een blijkbaar dagelijks ritueel. Veel geschreeuw en getoeter van iedereen die naar Dalah moet. Er worden tonnen aan vracht, levende kippen en etenswaren versleept. Het is een tochtje van 20 minuten, maar het geeft de beschouwer minimaal een etmaal schrijverij. Het is niet de eerste keer deze dagen dat we worden aangekeken. Toeristen zijn hier nauwelijks, dus je bent een opvallende verschijning. De Birmanen zijn echter ontzettend vriendelijk en overal krijgen we een glimlach, een hand of een spontaan hallo. Zo ook op de veerboot.

Aan de overkant is het weer even slikken. Dalah is een buitenwijk van Yangon en dit is het echte leven van Myanmar anno 2016: armoede. We lopen wat rond in het township, kletsen wat met mensen, maar tegelijkertijd realiseren we ons heel pijnlijk dat Azië zoveel gezichten heeft. En de regen dreigt. Donkere wolken. Wat is er aan de hand met het weer, en met dit land?


En tenslotte moet ik Lonely Planet en de overige reisverslaggevers wederom corrigeren. Helaas botsten we vandaag tegen een KFC. Volgens de reisgidsen is Yangon nog vrij van fastfoodketens. Jammergenoeg moeten wij dit ontkennen. Met andere woorden: wie nog een redelijk oorspronkelijk land wil bezoeken, wacht niet te lang. De authenticiteit van Yangon is er. Nog. En neem een vest of trui mee, want het kan hier koud zijn!




2CDEB10A-0E66-461E-8FE2-E5B0F0CE1DD0

vrijdag 22 januari 2016

Muizenvergruizers en niersteenvergruizers

"Maar in Laos zijn er toch amper niersteenpatienten" reageert Auke, nadat we te horen kregen dat er door toedoen van anderen een nieuwe specialist in het ziekenhuis is binnengehaald.

Weinig zout in het eten, en een niersteengezondere levenshouding, zouden het gelijk van Auke kunnen bevestigen.

Ondertussen zijn we weer helemaal down to earth in het prachtige Vientiane. We genieten intens van de ondergaande zon aan de Mekong. En verder: afwachten. Dokter Jaap verrast ons iedere dag met bijzondere verhalen. Zo blijkt dat er nu een niersteenspecialist rondloopt in het ziekenhuis. Daar heb je wat aan. Vooral als je niet over een niersteenvergruizer beschikt.

Vanwege het wachten op de uitsluitsels over de financiering, heeft de eigenaar van het ziekenhuis besloten de regie te hernemen. En dat leidt soms tot Laotiaanse keuzes. We raken er aan gewend. Hangende het proces.

Wij hebben tegelijkertijd wat andere problemen. De achterlijke achtpersoonsbak is teruggevorderd door het ziekenhuis. De enig werkende auto moet paraat zijn. Maar erger nog: we hebben een muis. Geen gewone muis, maar eentje die het heeft gemunt op onze medicatie. In maar liefst 1 nacht tijd liet dit -blijkbaar verslaafde- monstertje een ravage achter in onze medicijnenla. Werkelijk alle blisters, tabletjes en capsules waren aangevreten. En dat terwijl er tal van hebberigheidjes in de keuken liggen waar de muizen zich aan kunnen verapegapen.

Muizenvergif is hier niet of nauwelijks te verkrijgen. Dus alle medicijnen zitten nu in een Douwe Egberts-blikje.

Toen dokter Jaap vandaag terugkwam, vertelde hij over een binnengebrachte patient. De Laos - methode is om vooral op voorhand een diagnose te stellen. Dat scheelt een hoop gedoe en een hoop vragen. In dit geval: een cyste op de eierstokken? Dokter Jaap vroeg of er al een anaal en vaginaal onderzoek was gepleegd...

Uiteindelijk bleek het een gevalletje niersteen te zijn.

En uit wanhoop heeft onze muis vannacht een rolletje plastic zakjes en een doojes lucifers aangevreten. Het enige vreetbare wat er nog te vinden was.

Ik ben benieuwd wat we morgen kunnen verwachten. In de keuken, en in het ziekenhuis.


donderdag 14 januari 2016

Eigen haard

Ik blijf nog even in de spreekwoorden. En in de tradities. 

Spruitjes, boerenkool met worst, sperziebonen, goulashkroketten... Dank, dank aan al die lieve mensen die in staat waren dit voor ons over te hebben. Andijviestamppot, een bruine boterham met kaas. Aspergerisotto, bietensoep. En een gekookt eitje. En zo kan ik nog wel een aantal traktaties noemen. Wat heerlijk om weer even in Europa te zijn. En wat ook weer heerlijk om op onze veranda in Vientiane te zitten

"I saw you yesterday" zei dokter Souk.

Ja, hij zag ons blijkbaar. Wat hij zag: een verlopen vrouw van 40+ die een hele slechte nachtvlucht Schiphol-Bangkok achter de rug had, een dito echtgenoot waarvan ik de leeftijd tegenwoordig niet meer mag noemen en een kwieke heer, lopend naast een fiets met daarop onze handbagage.

Onze achterlijke 8-persoonsbak stond nog steeds in de remise. Geldgebrek? Nalatigheid? Wie zal het zeggen. We zijn weer in Laos, dus op vragen krijg je nooit het juiste antwoord. Het kan nog steeds aan de accu liggen. Of aan iets anders.

In ieder geval was dokter Jaap (die hier sinds vorige week weer is en zich al weer in ons huis heeft genesteld) bereid om ons van Vientiane Wattay Airport te halen. Met de fiets, voor de bagage.

Vanwege de zeer ongebruikelijke regen vanavond (januari, uniek) werden we gedwongen om ergens om de hoek te eten. Een Laotiaanse kaart. Aan de binnenkant van mijn handtas heb ik geschreven: mang sa villat. Dus geen goulashkroketten, gehaktbal. Oftewel: ik ben vegetarisch. Spruitjes graag.

Tijdens het eten vertelde dokter Jaap dat dokter Souk ons had zien lopen, zo rond middaguur. Met een fiets en een koffer achterop. Mijn eerste gedachte: "Had ons dan met zijn allen bevrijd van deze zware last"

Dokter Jaap reageerde echter: "Als jij ons in de buurt van het vliegveld hebt zien lopen, was je dus blijkbaar niet aan het werk, in het ziekenhuis" 

Oja: eigen haard is goud waard.

donderdag 10 december 2015

Gekken en dwazen

Na de daad kijk ik Auke aan en ik vraag hem: "Zullen ze het echt niet gladstrijken?"

Ik houd van spreekwoorden.

Vroeger waren er ijsbonbons: op het snoeppapiertje stond de intro van een wijze spreuk. De rest mocht je zelf afmaken. Met de kennis die je toen had.

Ik hoor het mijn moeder nog zeggen: "gekken en dwazen schrijven op muren en glazen". Oftewel: ieder die creatief is, wil zijn sporen nalaten. 

Auke had deze week een online vergadering met een van de companen van het ziekenhuis-project. Betreffende man was in totale mineurstemming omdat dochterlief van 6 met viltstift de muren en het parket had bewerkt en met de nagellak tekeer was gegaan op zijn Mercedes. 

Ik houd van kinderen die dit soort dingen doen. 

Volgens mijn moeder deed ik dit vroeger niet. Well, mum. Ik herinner je graag aan de beten in de skaileren eetkamerstoelen. Wat heerlijk om daar je tanden in te zetten. En weet je nog dat ik met mijn handjes in de teer ging om afdrukken te maken op de muur? En dan te bedenken al die beslagen ruiten! Ik weet zeker dat ik met een potlood in mijn vuistje ter aarde kwam, maar tijdens de intens zware bevalling is het tussen wal en schip beland of met het badwater weggespoeld.

In ieder geval had ik gisteren weer die onbetembare behoefte om een spoor na te laten. Feitelijk hebben we dat allemaal, gezien de massale gretigheid van delen op Facebook en andere socmed. 

We zijn even een paar dagen in Luang Prabang. En wie komen we tegen: onze 'buren' uit Vientiane. Hoe toevallig. Volgens de ijsbonbons: beter een goede buur, dan een verre vriend. Met deze buren hebben we altijd boeiende gesprekken over kunst, filosofie, het leven.... Een verhaal over een artistieke kennis die kinderen geblinddoekt laat kleien om hun trauma's te verwerken, zorgde voor onmiddellijke herkenning.

Ik vertel over mijn kinderlijke ervaring vanochtend. Heerlijk, met mijn poten in het zachte beton. 

Ik houd ervan om af en toe gekke dingen te doen. 

Ze waren hier in Luang Prabang bezig om de oprijlaan te verbreden. Ik zag er het nut niet van in, maar volgens Auke is het omdat de auto's steeds groter worden. "Holle vaten bevatten geen klank" volgens de ijsbonbons. Of klinken het hardst.

In ieder gaval vroeg ik de grondmetselaars of ik mijn verblijf in Luang Prabang mocht vereeuwigen met een handafdruk in het natte beton. Uiteraard!

En ja hoor: vanochtend bleek mijn afdruk te ziin verhard en voor de eeuwigheid bestemd. Keihard! Voor wie ooit Luang Prabang bezoekt: "zoekt en gij zult vinden!" (Volgens de ijsbonbons)


dinsdag 8 december 2015

Jas

Waar alles in Laos 6 keer zoveel tijd in beslag neemt, lopen sommige lijntjes heel kort. Zo had ik de Nederlandse ambassadeur van Thailand (die zich ook om Laos bekommert en ons al herkent op parties) een uitnodiging gestuurd voor de opening van mijn expositie. Binnen een dag kreeg ik persoonlijk bericht van hem dat hij was verhinderd, maar dat hij me veel succes wenste met de expo.

Zo hebben Auke en ik in even korte tijdsspanne besloten om -voor vertrek naar NL- nog even een paar dagen naar Luang Prabang te gaan. En zoals we vaker in het gezelschap zijn van hoogwaardigheidsbekleders, was de president van Laos Mr Choummaly Sayasoje onze reisgenoot. Gewoon in een bak van Lao Airlines. Niks geen ingewikkelde toestanden met prive-jets, maar wat een ingewikkelde toestanden om het vliegtuig uit te komen.... De rode loper werd voor onze voeten weer teruggerold.

Het tripje naar LP heb ik verdiend. Maar liefst 10 van mijn geexposeerde werken zijn afgelopen zaterdag over de toonbank gerold. Een succesvolle dag.

En langzaamaan bereiden we ons voor op een maandje terugkeer naar Europa. Ver weg, koud... Al onze winterkleren liggen ergens in een afsluitbare plastic box in Uithuizermeeden. Ik zeg tegen Auke: "Ik heb hier niet eens een jas om mee te nemen naar Nederland!!"

Gelukkig heb ik nog steeds mijn inventiviteit en drive. Vanochtend toog ik op mijn oranje fiets naar het dichtstbijzijnde Honda-paradijs. Er werd wat 'anders' gereageerd toen ik mijn fietssleutel op de balie legde en vroeg of ik de 'boss' kon spreken. Mijn vooropgezet plan slaagde: ik ben nu officieel in het bezit van een Honda-jacket. Ik denk dat 30 % van brommerend Vientiane zo'n jas draagt. En meer dan helft draagt zijn/haar jasje achterstevoren. Een reclamestunt van de eerste orde. Koop een Honda en krijg een jacket. Ik: verkoop een verhaal en krijg een jacket!

In Luang Prabang nu is het veel kouder. Auke en ik kijken elkaar af en toe aan, met die blik van:" O,  hoe gaan we dat straks in  NL redden" ... 

Ik mis nu hier in Luang Prabang mijn Honda-jacket, maar ik breng het mee naar Nederland! Het is hier nu 21 graden, maar wat hebben we het koud... We zagen vanavond alle hoogwaardigheidsbekleders en aanhang in pak & das rondlopen. Zo kan het dus ook.




zaterdag 28 november 2015

Cybertaart

"Kun je je voorstellen: zit ik aan het ontbijt, begint een keurige gesluierde moslima een heel verhaal. Ontslagen, net gescheiden, vier kinderen op te voeden..." D. deelt met ons het bijzondere verhaal.

D. en Auke zaten samen in een bestuur. D. is Maleisie-kenner: heeft er jaren gewerkt en woont er op gezette tijden. Omdat we een paar dagen in Kuala Lumpur zijn (vanaf nu afgekort KL, omdat iedereen dat doet) en D. in de buurt is, nodigt hij ons in uit in Maleka, twee uurtjes met de bus vanaf KL. 

In Maleka ontdekken we veel Nederlandse voetnoten. Ruim anderhalve eeuw was het in 'ons' bezit. Destijds een strategische plek: de straat van Malakka en bevochten door de Engelsen en de Portugezen. En de Hollanders.

Na een paar dagen KL te hebben ervaren als een ongrijpbare stad, is een wandeling door het historische centrum van Maleka een verademing: alleen maar laagbouw, schattige koloniale straatjes waar de huizen donkerrood geverfd zijn om de indruk van baksteen te wekken. Maar ook hier in de verte torenhoge projecten, al dan niet afgebouwd.

KL barst uit zijn voegen, concluderen we. Logistiek mankeert er van alles en als je 's nachts nog even het gordijn opzij schuift, verbaas je je over de hijskranen die op de 48e verdieping nog steeds bezig zijn met het plaatsen van dakpanelen. Als je overdag van A naar B wilt, is het zonder taxi bijna onmogelijk. Brommers, scooters en fietsers ontbreken in dit straatbeeld. Maar we genieten iedere avond intens van een piepje betoverend verlicht Petronas Twin Towers tussen alle wolkenkrabbers, naast de KL-Tower die gedurende de uren heel subtiel van kleur verandert.

D. vervolgt zijn verhaal over de gesluierde moslima, Anies. Ze had slechts 1 wens: ze wilde professioneel taartenbakster worden en daar haar geld mee verdienen. Dus heeft D. haar min of meer geadopteerd. Een gedachte die we helemaal aanvoelen, zeker nadat we haar ontmoetten.

Is KL voor ons een futuristische verrassing; no sky has no limits! D. brengt ons naar Cyberyaja, alwaar de 'taartenfabriek' van Anies zich bevindt. Cyberyaja is 15 jaar geleden -midden in een palmbomenveld- uit de grond gestampt met de ambitie een tweede Silicon Valey te worden. Nou, dat begint er al redelijk op te lijken, hoewel de helft van dit bizarre project ook nog in de steigers staat. Cyberyaja is ondertussen een knooppunt van vele digitale media, opleidingen en langzamerhand beginnen zich hier ook normale mensen te vestigen. En die willen taart!

Anies gaat sky high met haar producten. Hoogtepunt: haar Beiglianies. Bij toeval een gat in de markt. Een zwangere Oostenrijkse expat vroeg haar of ze met behulp van haar recept wilde proberen het origineel te evenaren. Dat deed Anies zo goed, dat ze mega-orders krijgt en onderussen 7 man personeel in dienst heeft.

Terwijl de KL-Tower langzaam paars wordt, genieten wij van een heerlijk ambachtelijk stuk Oostenrijks-Maleisisch banket! Dank aan Anies en D.

dinsdag 24 november 2015

Bovenwijs

Vandaag is het precies een jaar geleden dat ik Michel ontmoette. Hij zag mij tekenend op een terras en vroeg of hij mij schetsboek mocht bekijken.


Ik was prime time in Vientiane. Na Auke's eerste Laotiaanse ervaringen en bevindingen moest ik het land ook proeven. Eind november 2014. Het proefde goed, die eerste kennismaking. Dus ik verklaarde Auke de prille liefde aan een gekke uitdaging.


Vandaag fietste ik in alle vroegte naar de andere kant van Vientiane. En overdacht ik hoe het een en ander kan lopen in het leven. Ik had gerekend op een flinke ochtendspits: de Laotianen gaan zo tussen 21.00 en 22.00 naar bed en staan de volgende ochtend voor zessen al rijst te koken. In onze buurt bij voorkeur buiten. Het viel mee in het verkeer.


Michel zag vorig jaar op 24 november al brood in mijn schetsboek. Hij nodigde me uit naar ziijn galerie te komen en mijn zijn meest charmante Franse accent wist hij mij te overtuigen: I will give you an exhibition.


Vorige week heb ik deze expositie ingericht. Min of meer. Niet ik, want Michel heeft daar wat mannetjes rondlopen die al mijn werk fantastisch hebben gepassepartout en ingelijst. Op onze aanwijzingen is het hele oeuvre (dat ik in drie maanden even uit onze veranda heb gestampt) keurig opgehangen. En Michel en ik zijn inmiddels dusdanige soulmates dat we elkaar op de juiste manier weten te inspireren. De gedachte om iets met kunst en onderwijs te doen gleed er zomaar uit. En binnen een paar dagen had ik geregeld dat een groep leerlingen van de Vientiane Internationae School een preview en rondleiding in de galerie zouden krijgen. 


En die happening vond gisteren plaats. Maar liefst 34 leerlingen (het echte, echte maximum wat ik op een school in de gemeente Zuidplas heb meegemaakt in de mijn cultuureducatieperiode) gleed even soepeltjes en zeer gedisciplineerd naar binnen. Een scala aan nationaliteiten van Zweeds witte haartjes tot zwarte kroeskopjes en alles wat we ons wensen in de wereld tussen Skandinavie en Zuid-Afrika. Een zeer bijdehand Koreaantje van 7 vroeg mij -na het zien van een grijze potloodschets- waarom ik geen kleur gebruikte... Tsja, daar kun je het als kunstenaar dan even mee doen. Goede vraag.


Het vervolg op het galeriebezoek van de kindjes: gastlessen op VIS. Aanpassen op het rooster en vroeg beginnen. Bij de voorbesprekingen vorige week had ik al een euforisch gevoel: een waanzinnig geoutilleerd lokaal, een magazijn vol materialen en gereedschappen. Vandaag de kick vanwege zoveel supergemotiveerde expatkindjes, een permanente klasse-assistent... En wat een mooie vanzelfsprekende resultaten.


Wat heerlijk om na zoveel maanden weer even les te mogen geven! Mijn dag kon niet meer stuk.


Maar dat kon 'ie gisteren ook al niet. Ondanks dat mijn exposite pas 5 december officieel opent, kreeg ik gisteren een bommelding van Michel: hij had een van mijn grotere werken verkocht. Geheel tegen de regels, maar het betrof Koreanen die op doorreis waren en het werk perse meteen mee wilden nemen. Ik heb nu vooralsnog een 'gat' in mijn expositie, maar wel brood op de plank!





donderdag 19 november 2015

(ver)Bond

Auke merkt op dat het toch zeker 10 jaar geleden is dat we samen naar de bioscoop gingen. Het betrof een urenlange film van Lars von Trier en tijdens al die uren hebben we naar slechts 1 decor zitten kijken. Een loods met witte krijtstrepen op de vloer.

Nu zitten we in een situatie waarin fictie en dagelijkse werkelijkheid behoorlijk aan het versmelten zijn. De kogels en bommen vliegen om onze oren.

Zo goed en zo kwaad proberen we op de hoogte te blijven van de gewelddadigheden in Frankrijk en de rest van Europa. Sommige journaaluitzendingen kunnen we niet terugkijken, vanwege de vanaf onze geografisceh lokatie geldende rechtenbeperkingen. Twitter en  BBC News zijn wat toegankelijker.

Eergisteren waren we te gast bij een diplomatieke ontmoeting in het kader van de vriendschapsband  tussen Laos en Nederland. Een jubileum! Al 40 jaar zijn we er voor elkaar, proberen we elkaar te ondersteunen in economische zaken, hebben we respect voor elkaars cultuur. Een bijzondere avond met veel Laotiaanse ministers, hoogwaardigheidsbekleders en kleurrijk gezelschap van Nederlanders die hier hun best proberen te doen om dat alles te bewerkstelligen. Wat een contrast met de Europese toestanden! Soms is het fijn om andere ellende even te vergeten...

....en dat vervolgens te verwezenlijken in een daad waar we bijna spijt van hebben. De kogels vliegen nog steeds om onze oren. Mijn tenen worden nog krommer dan bij de krijtstrepen van Lars von Trier. We bevinden ons in een hypermodern gebouw, met op de 4e verdieping de eerste bioscoop van Vientiane. En daarmee hebben ze uitgepakt. In de toiletten staan roodfluwelen bankjes, een groter screen heb ik nog niet meegemaakt en met het geluid is niets mis. Integendeel: bij iedere schietactie knallen de decibellen de zaal in. Zinloze bombardementen vloeien ineen met wat ik op BBC News zag en de Laotiaanse ondertiteling verschijnt consequent als er in de film niet geproken wordt.

My name is Bond.

Omdat je alles in je leven een keer moet meemaken, besluiten we om naar Spectre te gaan. We zijn nieuwsgierig naar die mega-bios en we kunnen wel even een verzetje gebruiken. Auke krijgt vanwege zijn leeftijd ook nog eens kinderkorting, dus wat wil je nog meer. Bond, my name is James, schiet met de zijnen en vijanden ons in ruim twee uur naar een ontknoping met de gebruikelijke zoen. En wij hebben ondertussen de laatste maanden niet in zulke comfortabele stoelen gezeten!

Even de zinnen verzetten, heet dat. Maar feitelijk is alles te gek voor woorden.

Het was overigens een tip van een van de Dutchies die we eergisteren bij de ambassadeur tegenkwamen. Dat van die bioscoop.

vrijdag 13 november 2015

Rozen


Op onze veranda siert sinds vanavond een schitterend boeket. Laten we alleen wel zorgen dat we het 6 keer per dag water geven om er nog enigszins van te genieten. De komende dagen. Of dag.

Onze achterlijke achtpersoonsbak zonder stuurbekrachtiging staat al een week op non-actief. Diverse herstelpogingen zoals een nieuwe accu en een deskundige blik van de mechanicien om de hoek leidden niet tot het gewenste resultaat, dus we zijn weer aangewezen op de drivers van het ziekenhuis. Het wagenpark staat op instorten en de bus staat al een paar dagen in Vang Vieng vanwege de health check ups van betonfabriek 2, dus worden we iedere keer met de ambulance gehaald en gebracht....

Zo ook vanmiddag om een delegatie ministers en andere hoogwaardigheidsbekleders uit Japan in het ziekenhuis te ontvangen. Na meerdere malen vragen, werd het ons nog steeds niet duidelijk wat het doel van hun bezoek was. Er waren negen personen aangemeld, maar ze kwamen met z'n vijftienen. Gezellig, in zo'n te kleine ruimte waar de airco het spontaan begaf door de opgewonden temperaturen van onze gasten. In Laos is het gebruikelijk om een geschenk te geven als buitenstaanders je bezoeken. Iemand had een mooi bloemstuk bedacht (rozen, lelie) dat na de ceremoniele handeling ongelooflijk in de weg stond, qua powerpoint. 

En zo kan het gebeuren dat je uit een ambulance stapt met een enorm bloemstuk en een tas vol cadeaus uit Japan.

Natuurlijk hebben die hoogwaardige bekleders dat bloemstuk ergens in de gang van het ziekenhuis per ongeluk laten staan, omdat hun VIP-bus stond te toeteren voor de volgende meeting. Logisch. En het ging een beetje chaotisch met het uitdelen van de koffie, snackjes en vers fruit vanwege 9 + 6 = 15 en daar waren we niet op voorbereid. Dus heb ik mijn helpende handjes aangeboden. Ik weet niet of dat de reden was dat een van de managers vond dat ik dat bloemstuk dan maar mee moest nemen.

En zo zitten we in de ambulance op weg naar huis met het bloemstuk onder de brancard. Dwars door de spits, ongelukkiger kun je het niet treffen. Auke zegt tegen de driver dat hij de sirene aan mag zetten. Dan kunnen we misschien iets meer opschieten (ik dacht het niet) waarop deze driver een horizontale beweging met zijn hand over zijn keel maakt. Alsof er de doodstraf op staat om ongeoorloofd het zwaailicht te gebruiken. Ik zeg: "Jij bent hier toch de baas, Auke. Laat die jongen even lekker los gaan." Maar hij brabbelt een heel verhaal in het Laotiaans waar we in ieder geval uit kunnen opmaken dat hij een Amerikaanse toerist van de dood heeft gered. Met deze ambulance.

Als we uitstappen -ik zeg tegen de chauffeur dat hij ons bij de weg mag uitzetten, we lopen het laatste stukje wel- zie ik onze eier- annex fietsband-boer verbaasd kijken. We zien er niet echt ambulance-achtig uit met stropdas, chique, arm vol cadeaus en zo'n groot bloemstuk waar het water uitdruipt. 



zaterdag 7 november 2015

Shoe shine

Een geweldige ervaring: in de ochtendgloren helemaal wakker worden geschud door een portie verkeersgeweld. Ik zit nog wat slaperig op de hoek Lo Sue/Hang Tre naar de bewegende chaos te kijken als er een man met een tas mij aanspreekt. "Shoeshine?" Hij wijst op zijn tas. Ik kijk naar mijn slippers. Hij herhaalt. Ik kijk nogmaals naar mijn slippers. Het zal wel. Met de handelsgeest is hier niks mis.

We zijn in Hanoi, de hoofdstad van voormalig Noord-Vietnam. Het zakelijke deel van ons bezoek zit er op. Gisteren ontmoetten we mr. Raja, een charismatische man van Indiase afkomst en een autoriteit op het gebied van ziekenhuizen bouwen in Azie. Gesprekken met Raja zijn filosofisch van aard, maar de man is geniaal. Bovendien is hij getrouwd met een Lao, dus hij heeft goede adviezen ten aanzien van de dingen waar wij tegen aan botsen.

En aangezien we hier nu toch zijn, besluiten we om de resterende dagen fietsend door te brengen. Wij denken dat we ondertussen ervaren Azie-fietsers zijn. Hanoi is echter een bijna onmogelijke stad. Aan het eind van de dag zijn onze kantoor- en tekenhandjes helemaal beurs van het handremmen-knijpen. Ook hier overwegend scooters en brommers en het recht van de sterkste geldt: claxonneren! Onze huurfietsen hebben evenwel geen bel. Dus feitelijk hebben we in de verkeerschaos van Hanoi helemaal niets te zeggen. Maar het is heerlijk om in een onbekende stad te verdwalen, je ogen links-rechts-van voren en van achteren op scherp te zetten en te genieten van alles wat er op je afkomt en alles wat je moet ontwijken.

Terwijl ik denk dat ik met non-verbale communicatie de shoeshiner duidelijk heb gemaakt dat er aan twee plastic slippers niet zoveel valt te shoeshinen, staat hij binnen twee minuten toch weer voor mijn neus. Met uiteraard dezelfde vraag. Hardnekkiger zijn ze hier wel, met die handelsgeest. Wat we willekeurig op straat al hadden kunnen aanschaffen: slipper, sinaasappel, zippo. Ze proberen het bijna door je strot te duwen ook als zeg je nee. In ieder geval ben ik nu goed wakker.

Na een bezoekje aan de Tran Quoc Pagode besluiten we rond het Ho Tay meer te fietsen. Met timmermansogen kunnen we het niet helemaal inschatten, maar het zal zo'n 20 kilometer zijn. Als we bijna rond zijn, worden we overvallen door een tropische bui. De stad verandert in een fladderende sliert van brommers met kleurig doorschijnende poncho's van plastic. Die hebben we niet, dus er zit niets anders op: we moeten ergens schuilen. De schuilactie heeft behalve een klein flesje bier niet veel te bieden, dus besluiten we dat we niet van  suiker zijn en onze tocht te vervolgen. Ik scoor ergens in een duur hotel een laundry bag om onze telefoons te beschermen tegen de regen en we fietsen dapper, maar redelijk kletsnat weer richting downtown. 
Om vervolgens weer ongelooflijk te verdwalen. Ik denk dat we heel Hanoi hebben gehad. Nog nooit heeft ons orientatievermogen ons zo in de steek gelaten. En het blijft spannend in deze fantastische stad. Als we uiteindelijk downtown gevonden hebben, concludeert Auke dat we vandaag toch zeker 35 kilometer hebben gefietst. En terwijl we lopen te klieren met de fietssloten, zie ik een bekend gezicht: Mr. Shoeshine! Ik kijk naar mijn natte gympen en schud nee. 

zaterdag 31 oktober 2015

Rode das

Wekenlang spookte het af en toe even door mijn hoofd. Die rare foto. Om er vervolgens ook wekenlang niet meer aan te denken.

Het goede nieuws is, dat ik -na ruim vijf weken "kwijt" - mijn paspoort terug heb. Door wiens handen het allemaal is gegaan, is mij volstrekt onduidelijk. Toen ik gisteren langs de balie in het ziekenhuis liep, maakte K een kirrend geluidje. Ondanks pogingen om hem iets Engels bij te brengen, blijft het bij giebelen en afkijken. Wat was dit een goed moment geweest om eens goed uit de verf te komen door te zeggen: here is your passport. Of iets dergelijks. Dat waren nog eens bonuspunten. Helaas.

In ieder geval zijn de poezehandjes van K de laatste in een langslepende procedure. Hij trekt een laatje open en overhandigt mijn paspoort. Ik ben te verbaasd om me af te vragen waarom MIJN paspoort in de la van de ziekenhuisreceptie ligt.

Toen ik in augustus in Laos aankwam, liet Auke zijn working permit en jaarvisa zien. Ik zei: "Waar komen deze pasfoto's vandaan?" Onze exemplaren uit Nederland zag ik in geen enkel document terug. Auke dacht dat ze met zo'n baliecameraatje op het vliegveld waren gemaakt. Ik antwoordde:"Maar je gaat mij toch niet vertellen dat je Amsterdam-Bangkok-Vientiane in pak met rode stropdas hebt gevlogen?" Nee, natuurlijk niet.

Toch bleef ik het raar vinden dat Auke op zijn permits een pak en das draagt. Dus af en toe spookte het weer even door mijn hoofd.

Tot het toevallig in een gesprek met A aan de orde kwam. A is Nederlander, maar woont al jaren in Laos. Nee, dat is gebruikelijk hier. De auroriteiten hebben het beeldrecht! Als je kop te donker is, maken ze 'm in een soort Photoshop wat lichter (statussymbool: hoe blanker hoe beter) en standaard gooien ze er een soort sjabloontje overheen. Dus vandaar dat pak met brede schouders en die rode das. Over Auke's kapsel nog maar even te zwijgen...  
Al met al is het een gedoe om hier aan de juiste papieren te komen om te blijven of nooit meer weg te mogen uit dit land. Laat staan binnen te komen. Ik moest drie weken geleden voor straf even naar Thailand om mijn 30dagenvisum te verlengen. Voor deze speciale dag kreeg ik mijn paspoort even terug. Een achterlijke actie die een halve dag kostte + $ 36,- en alleen dan zou de procedure van mijn jaarvisum worden hervat.  
Als ik bij K en de balie van het ziekenhuis mijn paspoort open, val ik bijna om van verbazing en lachen. De autoriteiten hebben me te grazen genomen. Ook ik heb een zwart colbert en mijn haar is gereduceerd tot een kort kapsel. Helaas ontbreekt de rode stropdas. Zou me goed hebben gestaan! En dat terwijl ik voor deze procedure 4 pasfoto's moest inleveren. Ik vraag me af waar deze dan voor worden gebruikt.
Auke zegt: "We zijn helemaal naar Laos gegaan voor een make over. Een ander betaalt daar een vermogen voor. Wij alleen een vliegticket en $ 36,-"
We hebben met velen regelmatig skypecontact, maar voor degenen die ons een poosje niet hebben gezien: zo zien we er nu uit voor de Laotiaanse wet. Auke keurig afgeslankt (integendeel) en met een veel te groot pak en ik met een dikke kop (integendeel) en dat pittige korte kapsel dat ik al jaren blief. De echte versie komt in december even naar Nederland. Check it out!

donderdag 29 oktober 2015

Frans

"Als we ons een weekje goed kwaad maken, hebben we het Frans zo weer onder de knie" zegt Auke terwijl we met Kieran aan de keukentafel zitten. In het kader van mijn hebberigheid naar de Italiaanse taal heb ik het Spaans en Frans even geparkeerd. Oftewel: vooral niet op ingaan, want het blokkeert nogal.

Vanwege een poosje Franse kolonisatie in het verleden, is in Vientiane de Franse taal niet vreemd. Op verschillende plekken in de stad word je er aan herinnerd. Onze kleine Kieran verstaat Frans. Dus dat is even weer zoeken. Soms.

Maar goed: we moeten ons aanpassen aan de cultuur van het land en datgene wat op ons afkomt. Gisteren was het nationale feestdag nummer 1 en vandaag nummer 2. Nummer 1 betekent einde vastentijd, dus iedereen mag na 3 maanden onthouding weer alcohol nuttigen. Ik hoef verder niet te omschrijven wat voor impact dit op de Laotianen heeft. 

In ieder geval had ik vanochtend andere sores. Kieran was veel eerder dan gepland wakker. Toen we na de laver-handelingen de uitdaging van de trap aangingen (wankelend lichaam op wankelende voetjes met teentjes en botjes die niet functioneren) ging de wekker op mijn Iphone af. Timing... Kieran reageerde: "Maman?" En ik zei, nee lieverd, mama slaapt aan de andere kant van de wereld. Het doet zo zeer bij ieder geluid te moeten zeggen dat het niet mama is.

Op nationale feestdag nummer 2 fietste ik vroeg naar huis terug. Het was een zware sessie. Kieran en ik kregen elkaar niet helemaal te pakken vanmorgen. Geef het manneke ongelijk. Overeenkomsten hebben ook altijd kleine lettertjes. Ik weet zoveel dingen niet: moet zijn beker links of rechts staan, mag er een strik in zijn slab, hoeveel melk in verhouding tot de cornflakes, wel of geen Old Mac Donalds had a farm en op welke toonhoogte... Daarvoor hoef je geen Frans te spreken.

Toen ik na een tocht van bijna een uur thuiskwam, zei ik tegen Auke dat ik zin had in een koud glas bier. Dat leek Auke op dit moment van de dag niet zo verstandig en daar had hij dan eindelijk weer een punt van gelijk. Daarentegen waren we wel nieuwsgierig naar de happening op nationale feestdag nummer 2: de boat races. Ons vertrouwde plastic-stoelen-plekje was totaal overwoekerd door feestkramen. Maar de sfeer was geweldig. En omdat je je moet aanpassen aan de cultuur, zaten we toch om half 11 al aan het bier. We konden er niet onderuit en de Laotianen, die bij elke slok proosten, bleven tegen ons aan klinken. Naast mij zat een oude monnik zonder tanden in zichzelf en tegen de roeiers in de rivier te praten, terwijl hij 6 eieren at, waarvan de inhoud dusdanig was ontwikkeld dat de pootjes er al aan zaten.  

Genietend van alles wat ik zag, dacht ik aan ons kleine Kiki die hier op dit moment helemaal zou flippen vanwege overkill aan kleuren, geluiden, bewegingen. En zijn mama zo mist. Tegen twaalven besloten we naar huis te gaan om even flink bij te slapen en te ontnuchteren, want vanavond moeten we er weer zijn voor onze kleine vriend. 

Helemaal fris en vol goede moed reden we 's middags weer naar de andere kant van de stad. We oefenden ondertussen ons Frans. Auke zei: "Het is wel bijzonder: toen ik zou oud was als ons knulletje, kreeg ik mijn eerste Franse lessen op school. Als het er zo vroeg al in zat, moet het er nu toch ook weer uit kunnen komen..."

dinsdag 27 oktober 2015

Mama?

"He, blijf van onze boom af!!" roept Auke als hij een jonge dame met rood schort ziet hakken in een van de bananenbomen. Ik zeg: "Niets hier is jouw boom en zo te zien heeft ze opdracht gekregen tot het vellen van." Met kordate bewegingen en in no time is onze boom met jonkies 'om'. Auke sputtert nog wat, terwijl ik mijn ogen uitwrijf. Ik ben weer thuis en heb even wat bijgeslapen.

Mijn nachtrust bestond uit wat geknapte uiltjes en een hazenslaapje. Tot ik om zeven uur een stemmetje hoorde. Uit voorzorg sliep ik met open deur en lampje aan, want het altijd even wennen in een ander huis. Toen ik vanochtend door de Maeban (hulp in de huishouding) van Kieran werd afgelost, kon ik weer naar huis. We (ik) zijn hier tussen 16.00 en 9.00 de volgende dag om te koken, wassen en de nacht door te brengen. 

Kieran is een fragiel en wiebelig mannetje van 10 met alles er op en er aan. Alleen zit alles niet goed. Of anders. We moeten hem helpen met lopen en drempeltjes, hij kan niet praten maar maakt echte en lieve geluidjes. Hij lacht. En hij heeft een speciale bal. En nog is Auke bang dat hij Kieran tijdens het spelen met die bal omver gooit. Dat is heel wel mogelijk. 

In schreeuwend contrast met deze kwetsbare momenten bereidt het centrum van Vientiane zich voor op de nationale feestdag: het einde van de boeddhistische vastentijd. We hebben de oevers van de Mekong de afgelopen weken zien veranderen in een dramatische chaos van herrie, rituele happenings, podia en ballonnen. Sinds dit weekend kunnen we daar een heel lunapark bij optellen. De markt is bijna 4 kilometer gegroeid.

Met deze nationale feestdag worden we geconfronteerd met iets typisch Laotiaans: omdat het zo is. We zijn gewaarschuwd: ieder jaar worden in deze week veel inbraken gepleegd omdat er een collectieve behoefte aan onnodig geld is. Iedereen moet feesten in die stomme botsauto's die er vroeger heus niet waren. En laten wij nu juist in deze week commitment zijn aangegaan helemaal aan de andere kant van de stad voor een meervoudig gehandicapt jongetje te zorgen.... Onze buren -met wie we het erf en het hek delen- zijn de hele week in Bangkok om de ellende hier te ontvluchten. De kluis die we nog nooit hebben gebruikt, krijgen we niet open dus ook niet dicht. Dus we raken enigszins zenuwachtig bij de gedachte dat ze het nu net op ons huis hebben gemunt. Niet dat er veel te halen valt (met de verstopplek van onze contanten verdienen we ooit nog een keer de originaliteitsprijs) maar ik moet er toch niet aan denken dat mijn grafische rechterhanden kwijt zijn. Een hele simpele oplossing: neem het mee naar het logeeradres. Jammer. We komen met de auto de stad niet door, omdat lukraak allerlei wegen en toegangen zijn geroadblockt. Dus we zijn aangewezen op de fiets. En zelfs dan is er geen doorkomen aan. In ieder geval fietst Auke iedere avond 12 km terug om op ons huis te passen, terwijl ik op Kieran pas.

Terug naar onze bananenboom. Vrouwtje in rode schort heeft haar oogst versleept naar een plekje in de schaduw. Met hetzelfde kapmes wordt onze bananenboom ontleed: de meterslange bladeren worden ontdaan van de nerven en in rechthoekige stukjes gesneden, de stam wordt gepeld en het hart in cilindrische schijven gezaagd. Ik zeg tegen Auke: "Volgens mij gaat ze er iets van maken." En ja: het worden een soort van bootjes die vanavond ritueel op de Mekong worden gezet. Ze probeert het met handen en voeten uit te leggen. Terwijl ze vakkundig de stukjes bananenblad origamiet en met spijkertjes vastzet.

Toen we vanmiddag naar het huis van ons kleine prinsje Kieran fietsten, kwamen we onderweg talloze kraampjes tegen waar dergelijke bootjes werden verkocht. Tsja, het had bij deze traditie kunnen blijven. Liever een bananenboom in onze tuin minder dan die Westerse ellende die niet in dit land hoort. Botsautootjes!

Ik zit hier nu weer in dat grote onbekende huis. Auke is net teruggefietst en we hebben vanavond samen gegeten, gebald, Kieran gebadderd en toegestopt. Zijn moeder is voor een congres op Madagascar. Ze zou om 7 uur proberen te skypen. Maar wat we ook probeerden: geen contact. Kieram keek steeds op de klok. "Mama?" Het ging ons door merg en been. Toen we na ruim een uur elkaar te pakken kregen, werkte de camerafunctie vanuit Madagascar niet. Kieran kon zijn moeder niet zien. 

Het viel ons zwaar om alles uit de kast te halen om zijn teleurstelling op te vangen. 

Tewijl Kieran waarschijnlijk slaapt, zit ik hier mijn verhaaltje te schrijven. Nog veel meer te vertellen, maar ook een beetje leeg. Auke is inmiddels thuis heeft volgens zijn woorden een godsgruwelijk drukke fietstocht terug gehad. 

Ik voeg even twee foto's bij en ga kijken of het kleine kwetsbare mannetje goed ligt. 






Verstuurd vanaf mijn iPad

vrijdag 23 oktober 2015

Bips

"Maar ik ga geen bips schoonmaken, hoor!" Auke kijkt me met die doordringende blik aan, die ik niet kan weigeren, danwel omzeilen.

Het was even nodig er tussen uit te piepen. Dus besloten we twee dagen naar Vang Vieng te gaan. En even geen ziekenhuis. Nieuwe energie. En even niks doen.

VV is een tussenstation op de weg naar Luang Prabang, maar daar is iets fout gegaan. Dat ging het al op de heenreis, want we werden verrast door een klapband. Niet zo verwonderlijk met die achterlijke achtpersoonsbak waarin je in de achterbak amper een fiets kwijt kunt. We hadden geluk, want ten tijde van de knal passeerden we een gammele brug, dus de snelheid was minimaal. 

En nu? 

Ver van de bewoonde wereld stopten we bij het eerste levende wezen in de berm. Hij had een schroevedraaier in zijn hand, dus dat gaf onze kantoorhandjes hoop. En ja, hij wist de klapper door de thuisbrenger te vervangen. In het Duits nog wel. (Veel Laotinanen hebben in voormalig DDR gewerkt) In VV konden we gelukkig een nieuwe achterband laten monteren.

Als we na deze ellende door het stadje lopen, zegt Auke: "Wat is hier nu verkeerd gegaan?" Ik antwoord dat hij ook hippie is geweest en dat op sommige plekken in de wereld de tijd stil staat. Hij ergert zich aan al die hangplekken, waar iedereen maar hangt op een matras en niks ligt te doen. En hij is inderdaad de enige toerist met sokken aan.... De rest loopt blootsvoets of op de uiteinden van hun rastaslierten. En leuk detail: al die hippies gaan tuben: in een binnenband achter een bootje de stroomversnelling achterna. Dan kunnen ze ineens wel vaart maken.

Desalniettemin besluiten we -genietend van een onaards bijzonder mooi uitzicht vanuit ons eenvoudige hotelletje- in te gaan op een noodkreet (expatcircuit) van een moeder die de komende week opvang voor haar gehandicapte zoon zoekt. 

Terug in Vientiane zijn we vanavond naar de betreffende moeder en zoon gefietst. En vanaf maandag wonen we voor een aantal dagen in een ander huis om met Kieram te voetballen en zijn schema's te volgen. Omdat sinds mijn kindertijd autisme een gediagnotiseerd verschijnsel in de familie is en ik hiermee opgegroeid ben, lijkt me Kieran geen probleem. 

Toen we terugfietsten, spraken we over het vertrouwen. Dat een moeder een zo mooi en kwetsbaar kind gewoon aan ons toevertrouwt. En terwijl ik het opschrijf, hoor ik Auke weer zeggen dat hij die bips niet gaat schoonmaken. Misschien had hij iets meer hippie moeten blijven.

Wordt vervolgd! 

Verstuurd vanaf mijn iPad